Ze stuurden enkele Farizeeën en Herodianen naar Hem toe om Hem een ongeoorloofde uitspraak te ontlokken. Toen ze bij Hem gekomen waren, zeiden ze tegen Hem:
‘Meester, we weten dat U oprecht bent en dat U zich aan niemand iets gelegen laat liggen. U kijkt niemand naar de ogen, maar geeft in alle oprechtheid onderricht over de weg van God. Is het toegestaan belasting te betalen aan de keizer of niet? Moeten we betalen of niet?’ Maar omdat Hij hun huichelarij doorzag, antwoordde Hij:
‘Waarom stelt u me op de proef? Laat me eens een geldstuk zien.’ Ze gaven Hem een munt en Hij vroeg hun:
‘Van wie is dit een afbeelding en van wie is het opschrift?’ ‘Van de keizer, ‘antwoordden ze. Toen zei Jezus tegen hen:
‘Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’ En ze waren met stomheid geslagen.
Er kwamen enkele Sadduceeën naar Hem toe; volgens de Sadduceeën is er geen opstanding uit de dood. Ze vroegen Hem:
‘Meester, Mozes heeft ons het volgende voorgeschreven:
“Als iemand sterft en een vrouw achterlaat, maar geen kinderen, moet zijn broer die vrouw bij zich nemen en nakomelingen verwekken voor zijn broer.” Er waren eens zeven broers. De eerste nam een vrouw en stierf zonder nakomelingen; de tweede nam haar tot vrouw, maar stierf ook zonder nakomelingen; en met de derde ging het net zo. Geen van de zeven kreeg nakomelingen. Het laatst van allen stierf de vrouw. Wiens vrouw zal ze dan zijn bij de opstanding, wanneer ze opstaan uit de dood? Alle zeven zijn ze immers met haar getrouwd geweest.’ Jezus antwoordde:
‘Dwaalt u niet? U kent blijkbaar de Schriften niet en evenmin de macht van God. Want wanneer de mensen uit de dood opstaan, trouwen ze niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, maar zijn ze als engelen in de hemel. Wat betreft de opwekking van de doden, hebt u in het boek van Mozes in het gedeelte over de doornstruik niet gelezen dat God tegen hem zei:
“Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob”? Hij is geen God van doden, maar van levenden; u dwaalt vreselijk!